In de periode dat premier Mark Rutte aan de macht is, zijn de inkomsten uit boetes en beschikkingen met ruim 200 miljoen euro toegenomen. Dat lijkt veel, maar onder eerdere premiers was de procentuele stijging nog meer.
Nederland is één van de landen met de hoogste verkeersboetes in Europa. En toch verhoogde het kabinet Rutte meerdere keren de geldstraffen die staan op verkeersovertredingen.
Voor de ANWB was vorig jaar de maat vol: de verkeersclub verweet de regering de verkeersboetes te gebruiken om de staatskas te spekken. Ook de PvdA mengde zich in mei van dit jaar in de discussie. Is het echt zo erg?
Het rapport ‘Criminaliteit en rechtshandhaving’ (pdf) dat maandag werd gepubliceerd werpt licht op de zaak. De publicatie wordt jaarlijks opgesteld door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), de Raad voor de rechtspraak en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Wet Mulder
Uit het rapport blijkt dat het ministerie van Veiligheid en Justitie vorig jaar 949 miljoen euro incasseerde uit het innen van boetes en beschikkingen. Daarbij gaat het onder meer om strafrechtboetes, strafrechtbeschikkingen en transacties, maar verreweg het grootste deel is afkomstig van de zogenoemde WAHV-beschikkingen. Oftewel: verkeersboetes.
Met de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften uit 1989, ook wel bekend als de Wet Mulder, worden veel verkeersovertredingen via het bestuursrecht afgedaan. Het rapport van WODC, CBS en de Raad voor de rechtsspraak splitst de inkomsten uit boetes en beschikkingen niet uit, maar uit antwoorden van oud-minister Opstelten op Kamervragen (pdf) blijkt dat WAHV-boetes goed zijn voor bijna 90 procent van de opbrengsten.
Wat er binnenkomt aan boetes en beschikkingen zegt dus vooral iets over wat het Centraal Justitieel Incassobureau, de boetefabriek van het ministerie van Justitie, binnen hengelt aan verkeersboetes.
Inkomsten uit verkeersboetes
De 949 miljoen euro die vorig jaar door het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) werd geïnd, is 33 miljoen euro minder dan in 2013. Een daling! Heeft het kabinet geluisterd naar de kritiek van de ANWB? Nee, dat niet.
De daling komt hoogstwaarschijnlijk doordat er vorig jaar bijna 20 procent minder verkeersboetes zijn uitgeschreven, "doordat op diverse locaties trajectcontrolesystemen en flitspalen niet in bedrijf waren wegens onderhouds- en vervangingswerkzaamheden en door de grootschalige vervanging van mobiele radarapparatuur bij de politie", aldus het rapport.
Het jaar 2014 dus niet exemplarisch voor de langetermijntrend. Een blik op de historie leert namelijk dat de inkomsten uit boetes en beschikkingen sinds midden jaren negentig flink zijn gestegen.
Sinds 2010, het jaar waarin Rutte premier werd, int het CJIB 21 procent (gecorrigeerd voor loon- en prijsstijgingen) meer aan boetes en beschikkingen. In vergelijking met eerdere kabinetten is dat een bescheiden toename. Onder Jan Peter Balkenende en Ruud Lubbers was de stijging respectievelijk 23 en 57 procent.
Koploper zijn echt de twee kabinetten onder Wim Kok. Toen Kok afscheid nam in 2002 lagen de inkomsten uit boetes en beschikkingen 128 procent hoger dan in 1994 bij zijn aantreden.
Blijft de vraag of het zin heeft om verkeersboetes keer op keer te verhogen. De Algemene Rekenkamer concludeerde recent dat hoge boetes niet echt helpen om de veiligheid op de weg te vergroten. Minister Ard van der Steur van Veiligheid en Justitie wil daarom het gehele boetestelsel op de schop nemen.